Rekenen
TIP: om aansluitend aan school extra digitaal te oefenen werken wij met het programma Rekentuin, waarvoor de
kinderen een inlogcode hebben.
Doelstellingen voor het eerste halfjaar van groep 8 (blok 1 tot en met 6)
Getalbegrip
- in een kommagetal de waarde van de cijfers in het getal benoemen;
- kommagetallen plaatsen op een getallenlijn die voorzien is van steunpunten;
- hele getallen tot en met een miljoen in cijfers schrijven;
- kommagetallen afronden op gehele getallen, op tienden en op honderdsten.
Basisvaardigheden
- op eigen wijze optellen en aftrekken met kommagetallen;
- vermenigvuldigen en delen in toepassingssituaties;
- op eigen wijze schattend delen met hele getallen, zoals: 74.520 : 115;
- op eigen wijze handig rekenen met hele getallen en kommagetallen;
- op eigen wijze een heel getal met een kommagetal vermenigvuldigen;
- vermenigvuldigen op eigen wijze (bijv. 18 x 3720);
- delen met kommagetallen;
- schattend vermenigvuldigen met kommagetallen .
Meten
- eenvoudige maten omrekenen;
- de oppervlakte berekenen met de formule lengte x breedte;
- snelheid in kilometers per uur bepalen;
- van voorwerpen met gelijke maten de inhoud berekenen.
Meetkunde en ruimtelijke oriëntatie
- met behulp van schaal en afstandslijn afstanden bepalen op een kaart;
- aan de hand van een ruimtelijke vorm de bijbehorende uitslag kiezen.
Verhoudingen/procenten/breuken
- op eigen wijze een breuk delen door een geheel getal;
- ongelijknamige breuken vergelijken;
- op eigen wijze optellen en aftrekken met gelijknamige breuken;
- op eigen wijze optellen en aftrekken met ongelijknamige breuken;
- op eigen wijze delen, waarbij de rest wordt uitgedrukt in een breuk of kommagetal;
- op eigen wijze rekenen met percentages;
- met eenvoudige percentages de korting bepalen;
- eenvoudige kommagetallen omzetten in een breuk en andersom.
Doelstellingen voor het tweede halfjaar van groep 8 (blok 7 tot en met 12)
Getalbegrip
- in grote getallen de positiewaarde van cijfers benoemen;
- getallen (met verdeling in groepjes van 3 cijfers) oplezen;
- nabij gelegen ronde getallen tot 1 miljoen vinden;
- zich een voorstelling maken van 1 miljoen als hoeveelheid;
- eenvoudige en veelvoorkomende breuken en kommagetallen plaatsen op een getallenlijn;
- weten dat er verschillende getalsystemen bestaan.
Basisvaardigheden
- met eenvoudige breuken en kommagetallen bewerkingen uitvoeren;
- op eigen wijze handig optellen en aftrekken met hele getallen kommagetallen;
- op eigen wijze handig vermenigvuldigen;
- in een rij een regelmaat ontdekken en voortzetten;
- op handige wijze alle bewerkingen met (komma)getallen uitvoeren;
- op eigen manier op papier vermenigvuldigen en delen;
- bij eenvoudige hoeveelheden het aantal combinatiemogelijkheden bepalen;
- het begrip gemiddeld juist interpreteren.
- maten aflezen;
- maten herleiden;
- de juiste maateenheid aangeven;
- staaf- en lijngrafieken aflezen en interpreteren;
- een kans interpreteren als mogelijkheid.
Meetkunde en ruimtelijke oriëntatie
- op een kaart een route aangeven;
- op een kaart met notaties van breedte- en lengtegraden aflezen.
Verhoudingen/procenten/breuken
- op eigen wijze optellen en aftrekken met breuken;
- de meest voorkomende kommagetallen als breuk schrijven;
- de relatie zien tussen bekende breuken en procenten;
- rekenen met percentages in een geldcontext;
- een breuk met een heel getal vermenigvuldigen.
TIP: om aansluitend aan school extra digitaal te oefenen werken wij met het programma Rekentuin, waarvoor de
kinderen een inlogcode hebben.